Wie is er aan het werk?
Vorige week trainde ik een groep docenten in Motiverende Gespreksvoering.
“Hoe zorg ik ervoor dat studenten zelf gemotiveerd raken om te leren en hoe zorg ik ervoor dat ze zelf hun best gaan doen?” “Hoe voorkom ik dat duwen en trekken om de ander in beweging proberen te krijgen?”
Dit waren de belangrijkste vragen van deze docenten. Herken je ze?
Heb jij ook wel eens dat het zweet op jouw rug staat, in plaats van op de rug van de ander?
Het betrof in dit geval een clubje mensen die zichzelf hebben aangemeld voor deze training, dus voor mij geen toepassing van MGV in het motiveren van mijn deelnemers deze groep 😉
Zij begeleiden diverse studenten in hun studieloopbaan. De gemotiveerde student, maar ook de studenten die de motivatie maar lastig vast kunnen houden.
We begonnen de training met de meetlat van belang en vertrouwen. Ik stelde ze als eerst de vraag hoe belangrijk ze het vinden om studenten te motiveren.
Er kwamen wisselende en interessante antwoorden. Want tja “wie zijn taak is het? Moet ík als docent iets doen of moeten de studenten ‘werken’. Zij willen dit toch?”
“Maar zij hebben ons als coach toch nodig in dit proces? Motivatie wisselt en wij zijn er om hen te ondersteunen in hun studie en dus die motivatie…”
Deze laatste dame stond op 9,5.
Mooi! Een interessant gesprek kwam er uit naar voren. En beiden hebben een punt.
Motiverende Gespreksvoering zegt hierover:
Motivatie staat niet vast, het is geen persoonlijkheidskenmerk. Motivatie kan per moment en per situatie verschillen en kan zowel extern als intern zijn.
(NB. Sergio van der Pluijm onderscheidt in zijn boek ook nog autonome motivatie. Datgene wat ik doe omdat ik het belangrijk vind, maar de handeling zelf niet per se. Bijvoorbeeld tandenpoetsen of de hond uitlaten in de regen.)
Motiverende Gespreksvoering zegt ook dat motivatie te beïnvloeden is in een gesprek. Zouden we daar niet in geloven, dan zou ik deze trainingen niet geven. Communicatie is invloed en je kunt dus zowel Demotiverende als Motiverende Gespreksvoering toepassen.
Als docent, coach of manager ben je natuurlijk nooit verantwoordelijk voor het proces van de ander MAAR als je het mij vraagt ben je wel aangenomen om de ander in zijn proces te ondersteunen op een manier die hem /haar helpt richting zijn doel bijvoorbeeld een studie afmaken.
Dus tja de ander, in dit geval de student, moet zeker ‘werken’. Het zweet moet op de juiste rug zitten. Hij of zij heeft de antwoorden en gaat deze zoeken. En tegelijkertijd kun jij als docent (coach) dit proces op een constructieve manier begeleiden (oftewel gidsen) die voor beiden prettig is. Je kunt goede vragen stellen en rake reflecties geven, samenvatten op een goede manier en misschien een keer wat informatie of advies met toestemming geven.
Je wil dus niet trekken of duwen aan een levenloos paard, maar we willen de ander wel prikkelen om zijn eigen redenen tot verandering weer onder ogen te zien en de motivatie te vinden die hij of zij nodig heeft om zijn doelen te behalen.
Met deze wetenschap zijn we de middag in gegaan en hebben we gewerkt met alles wat hieraan bijdraagt.
Waar zit jouw drive om anderen te motiveren? En hoe doe je dat nu? Wat werkt? En wat zou je misschien anders willen proberen? Bij wie zit het zweet op de rug???